Het revolutionaire bloed in onze familie komt van Willem I, een gangmaker in de Franse Tijd, de vertrouwensman van het kuipersgilde en mogelijk de oprichter van het katholieke Weeshuis. Hij zegelt in 1807 met het familiewapen. Zijn eerste huwelijk met Petra Bakker is kort én kinderloos. Maar zijn volgende bruid Maria van der Hout (is hij op de achternaam gevallen?) schenkt hem 9 kinderen, waarvan alleen twee dochters de jeugdjaren overleven. (Willem werd gedoopt als zijnde Guiljelmus)
Deze jongere broer van Jan is gedoopt in de kerk aan het Steiger op 21-10-1742 en zijn peetoom is zijn oom Hubertus van der Lugt. Hij sterft op 14-07-1810 te Rotterdam op 67 jarige leeftijd en wordt een dag later begraven. Willem is de man van het familiewapen en voorzitter van het Wees- en Armenhuis. Hij woont enige tijd aan dé centrale weg van Rotterdam, de Hoogstraat. Om zijn administratieve kwaliteiten weet hij het vertrouwen te wekken van een aantal Rotterdamse burgers, die vanwege de strijd tussen patriotten en prinsgezinden de stad hebben verlaten. Hij treedt later op als zelfstandig koopman in vaten en weet de meestertitel voor het kuipersvak te behalen. Hij wordt lid van het Rotterdamse kuipersgilde en is ook een tijd lid van bestuur, dat bestaat uit vier hoofdmannen. Een prachtprestatie voor een katholiek in die jaren! Het Gildehuis is gevestigd aan de Korte Wagenstraat, een zijstraat van de Wagenstraat, die naar de Delftse Poort voert. Ook is hij Regent van het Werkhuis van 1795 tot 1806. Op 05-11-1770 is in Cralingen de eerste van in totaal drie afroepen van zijn huwelijk met Petronella Bakkers, die geboren is in Tilburg. Zij woont binnen de muren van Rotterdam, terwijl Willem in deze tijd even buiten de Oostpoort op Cralingen verblijft. Het huwelijk met Petra blijft kinderloos en na zeven jaar huwelijk sterft ze. Twee jaar later trouwt Willem met Maria van der Hout. Zij hebben samen een gezin van 8 kinderen. Twee daarvan zijn zonen. Maar 2 dochters overleven hun jeugd. Daarvan trouwt Maria Anna in 1824, anderhalf jaar na de dood van haar moeder, die dan al 12 jaar weduwe is.
Een patriotische glansrol…
Willem is een vurig patriot en in juni 1783 is hij een van de eerste leden van de nieuwe patriotische schutterij het Vrijkorps, die naast de gebruikelijke Oranjegezinde schutterij wordt opgericht. Binnen de kortste keren zijn er natuurlijk problemen tussen het republikeinse Patriotische Vrijcorps en het Oranjegezinde gepeupel uit de volksbuurt ten noorden van het Achterklooster. De leden van het Vrijcorps worden voor alles uitgemaakt wat lelijk is, waarbij het scheldwoord "kezen" tot de aardigste behoort, want doorgaans worden ze achter hun rug "zwartgestikte lanterfanters" en "vaandelhansjes" genoemd. Een jaar later is het op 8 mei gedaan met dit Vrijcorps. Een paar weken later wordt er een nieuw Vrijcorps opgericht met de naam: "De Palmboom". Dit nieuwe corps vindt meer waardering, omdat ze door goede trainingen hun zaken professioneel aanpakken.
Willem is 53 jaar oud, als hij een korte glansrol mag spelen in de historie van de Maasstad. Hij wordt op 20-01-1795 uitgekozen als een van de 12 leden van een Comité Revolutionair, dat in Rotterdam klaarstaat om als een Fransgezind bestuur de Franse legers te verwelkomen. Ze zijn een groepje burgers, die voor zes weken het ambt bekleden van provisionele wethouders en raden. Dit lot deelt hij o.a. met de wijnkoper Hendrik Midderigh, die later in Den Haag doorstoot naar een schitterende carričre in de Bataafse Republiek en het zelfs brengt tot voorzitter van de Nationale Vergadering in 1798. Ook de houtkoper Abraham van Stolk, de leerlooier Jan Jongeneel, de cargadoor Jan Hudig, de metselaar Willem Gildenhuis en de kantoorbediende Pieter Eeckermans behoren tot de uitverkorenen. Het aantal katholieken in deze groep is klein: alleen de koopman J.J. le Gros deelt de geloofsovertuiging van Willem. In die tijd is ongeveer 25% van de Rotterdamse bevolking katholiek en nog eens 10% Lutheraan, joods, of van een van de gereformeerde staatskerk afgescheiden gemeenten. Zij leveren als onderdrukte groep uiteraard de meeste patriotten op. Het Comité Révolutionair leeft zeer kort en de leden worden binnen de kortste keren vervangen door 4 wethouders met burgemeestersbevoegdheid en raden. De leden van het vroegere Comité blijven als herenclubje wel gezellig samenkomen in de Sociëteit van de Volksvrienden. Eigenlijk zijn de leden van het Comité tweederangs figuren, die door meer vooraanstaande patriotten naar voren zijn geschoven als stromannen, om zo hun eigen kruid droog te houden als tijdens de verkiezingen de betere baantjes onder de hogere ambtsdragers worden verdeeld. Deze opportunistische heren krijgen zoals gewoonlijk het gelijk aan hun kant. Uit hen worden de vier wethouders met burgemeestersbevoegdheid gekozen en zij gaan met de eer strijken. Onder hen bevinden zich de advocaten Mr. Pieter Paulus en Mr. Paulus Hartog, de zeehandelaar Theodore van Zeller en de Lutheraanse koopman Daniel de Jongh Dzn. (R'dams Jaarboekje 1953.R'dams Jaarboekje 1927). Op 08-05-1795 geven de provisionele represanten van het volk van Holland dringend advies aan de Rotterdamse stadsregering om een Comité van Waakzaamheid op te richten in deze roerige tijden. Maar daar hebben de Rotterdammers weinig zin in. Na lang aandringen benoemen ze zonder enige inspraak op 18 mei de leden van dit nieuwe Comité, dat ze willen installeren op 22 mei. Onze Willem staat op hun verlanglijstje, maar eenmaal wijs geworden bedankt hij voor de eer. Ook de andere geselecteerde notabelen zien van de benoeming af en delen dat op 5 juni 1795 eensgezind aan de hoge heren mee. (R'dams Jaarboekje 1929.).
Willem gaat op 07-11-1770 in ondertrouw en trouwt op 28 jarige leeftijd op 26 november met Petronella Bakkers, geboren rond 1750 te Tilburg en begraven op 13-11-1777 te Rotterdam. Haar achternaam wordt ook wel als Backers geschreven, bij voorbeeld als ze doopgetuige is op 26-03-1773 van Wilhelmus van der Lugt. Het huwelijk is tot de dood van Petronella in 1777 kinderloos gebleven. Twee jaar later gaat Willem opnieuw in ondertrouw op 06-11-1779 en trouwt dan op 37 jarige leeftijd op 21-11-1779 te Den Haag met Maria Catharina van der Hout die dan een stuk jonger is dan Willem met haar 26 jaar. Maria is geboren op 3 juni 1753 in Den Haag en sterft op 30-01-1823 te Rotterdam, bijna 70 jaar oud. Haar ouders zijn Anthonie van der Hout en Emerentia van der Kruys. Maria Catharina van der Hout krijgt negen kinderen,waarvan alleen de dochters Cornelia en Maria de huwbare leeftijd bereiken.
Pas onlangs is komen vast te staan, dat deze voorzitter en mogelijk oprichter van de katholieke Wees- en Armenkamer ons het familiewapen heeft geschonken.
***** Bronnen *****
Stadsarchief Rotterdam te Rotterdam, DTB Begraven
Begraven 1810-1819, Rotterdam, archief 9999_25, 17-07-1810, Begraven 1810-1819
Generated by GreatFamily 2.2 update 2